De Kunstenbond heeft jaren gelobbyd voor de richtlijn voor kunstenaarshonoraria. We zijn dan ook heel blij dat de invoering tot nu toe een succes blijkt.

Sinds januari 2017 is de honorariumrichtlijn beeldende kunst van kracht. Ben je even vergeten wat de richtlijn ook alweer inhoudt? Fris hier je geheugen op.

Door invoering van de richtlijn belandt de waardering van de beeldend kunstenaar hoog op de agenda van culturele instellingen. Ook de onderhandelingspositie van de kunstenaar wordt versterkt door de invoering van de richtlijn. Dit blijkt uit onderzoek naar het gebruik van de richtlijn dat op 25 april gepubliceerd werd.

 

Het aantal musea en instellingen dat kunstenaars honoreert is in een jaar tijd verdubbeld. ~ blijkt uit het onderzoek

Ruim een jaar na invoering is het verheugend dat de richtlijn echt iets losmaakt. Het maakt de twee jaar van vergaderen, rekenen, onderhandelen en lobbyen die wij er als Kunstenbond in hebben gestopt meteen de moeite waard. Het is een succes, er verandert iets. Het aantal musea en instellingen dat kunstenaars honoreert is in een jaar tijd verdubbeld.

Zorgen zijn er wel over het geld: musea en presentatie-instellingen leunen nu vooral nog op een tijdelijke extra financieringsregeling van het Mondriaanfonds. Dat moet structureel geregeld worden vindt de Kunstenbond, daar wordt door ons dus druk voor gelobbyd.