Uit gesprekken die het Financieel Dagblad (FD) de afgelopen maanden voerde met acteurs, onderzoekers en vakbonden, komt een uitgesproken somber beeld naar voren. Dat schrijft de krant, die met verschillende kunstenaars en met de Kunstenbond sprak.

Het blijkt dat de goedlopende economie en de gebeurtenissen rond #MeToo nauwelijks een positief effect hebben gehad op de arbeidsmarktpositie van acteurs, stelt het FD in een uitgebreid artikel in de zaterdagkrant. Zij worden slecht betaald, aan het lijntje gehouden en onder druk gezet om vooral niet te zeuren. Voor jou tien anderen, is het adagium.

Flashback: Zijlstra’s bezuinigingen

De Kunstenbond, vakbond voor de kunst- en cultuursector, opende vorige maand een meldpunt voor meldingen over slechte arbeidsvoorwaarden. Binnen drie weken kwamen honderd klachten binnen. Over te lage of geen uurtarieven, het op grote schaal inzetten van stagiairs en het wekken van valse verwachtingen. Het meldpunt zou gesloten worden, maar door de overvloed aan meldingen besloot de bond deze week om het meldpunt langer open te houden.

Nieuw zijn de problemen niet. Het is alom bekend dat de arbeidsvoorwaarden achteruit zijn gehold, vooral sinds de bezuinigingen die toenmalig staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra in 2011 doorvoerde. Toen werd in één klap €200 mln weggesneden, 22% van het totale rijksoverheidsbudget voor subsidies. Daarbovenop krompen nog subsidiepotjes van provincies en gemeentes.

Die pijn wordt nog steeds gevoeld. Want hoewel een logisch gevolg zou zijn geweest dat er minder kunst gemaakt zou worden, gebeurde dat niet. ‘Acteurs accepteerden dat zij hun vaste baan moesten inruilen voor het zzp-schap, en dat ze het met de helft minder salaris moesten doen’, zegt Pepijn ten Kate van de Kunstenbond. ‘De taart werd kleiner, maar werd nog steeds in evenveel, piepkleine, stukjes verdeeld.’

Bij de kleine theaters is zo’n 60% zzp’er. Ter vergelijking: volgens het CBS is van de hele werkzame beroepsbevolking 13% zzp’er. Uit onderzoek van ACT, de belangenvereniging van acteurs, blijkt in 2017 dat drie op de tien acteurs ver onder modaal verdienen, tot €20.000 bruto per jaar.

Ook pogingen om deze pijn te verzachten zijn niet nieuw. Al in 2017 werd de eerste versie van de Fair Practice Code gepresenteerd. Deze moet de kunstenaar redelijke arbeidsvoorwaarden garanderen, zoals ‘een eerlijk loon’. De Raad voor Cultuur vindt dat de code een voorwaarde moet worden voor het verstrekken van subsidies. Wel pleit de Raad voor een overgangsperiode van vier jaar. ‘Belachelijk’, vindt Ten Kate. ‘De code moet zo snel mogelijk ingaan.’

Lees het volledige artikel op de site van het FD.

Foto: kevin Baquerizo on Unsplash