Direct naar inhoud

Wanneer ben je zzp’er? Zin en onzin rondom de opvolging wet DBA

Gepubliceerd op:

De vraag is of er eigenlijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Krijg je betaald, moet je het werk zelf doen en is er sprake van gezag? Met name de kwestie omtrent gezag blijft zorgen voor onduidelijkheid. Daarom wil het kabinet dit verduidelijken. 

Voor wie geldt deze nieuwe wet? 

Anders dan wat velen denken, is deze wet voor heel veel zzp’ers helemaal niet zo relevant. Werk je voor particuliere opdrachtgevers? Dan geldt deze wet bijvoorbeeld niet voor jou. Lever je een specifiek product, bijvoorbeeld een script of een kunstwerk, of een unieke dienst, zoals een optreden, dan is deze wet ook niet van toepassing. In deze gevallen is het namelijk duidelijk dat je geen werknemer bent. In gevallen waar dat onderscheid minder duidelijk is, wordt het ingewikkelder. Deze nieuwe wet is bedoeld voor die complexere gevallen. 

Wat wil deze wet regelen? 

Met dit wetsvoorstel wil de minister twee dingen regelen. Ten eerste zal het individueel ondernemerschap worden meegewogen bij de beoordeling van de arbeidsverhouding. Een positief punt, want dat staat nu niet in de wet. Op dit moment is het rijtje: loon, persoonlijke arbeid, gezag en looptijd. Rechters kennen in rechtspraak wel waarde toe aan ondernemerschap; de minister wil die afweging tussen arbeidsverhouding en ondernemerschap nu vastleggen in de wet.  

Ten tweede introduceert de minister een “rechtsvermoeden van een dienstverband” bij een tarief van minder dan € 32,24 per uur. Concreet hoef je niet meer zelf te bewijzen dat je eigenlijk in dienst bent als je minder dan € 32,24 per uur verdient om een baan te claimen: je opdracht- of werkgever draagt dan de bewijslast. Het bedrag gaat jaarlijks meestijgen met het minimumloon. Eerder probeerde het kabinet een vast minimumtarief van 16 euro in te voeren, dat vonden wij veel en veel te laag.  

Verduidelijking gezag: een ABC’tje 

De basis voor toetsing of er sprake is van een arbeidsovereenkomst blijft loon, persoonlijke arbeid en gezag, in combinatie met het criterium “gedurende een zekere tijd”.  Met name gezag levert onduidelijkheid op, daarom wil het kabinet in de wet vastleggen wanneer sprake is van een gezagsverhouding op basis van eerdere oordelen van rechters. Zo wordt verduidelijkt wat er onder “werken in dienst van” moet worden verstaan. 

A) Werkinhoudelijke aansturing

Als de opdrachtgever of werkgever aanwijzingen en instructies geeft of kan geven over de werkinhoud en als die toezicht houdt op het werk, is en blijft dat een voorname aanwijzing dat er sprake is van een gezagsverhouding. Hoe vrijer je feitelijk en formeel bent in de uitvoering van je opdracht, hoe kleiner de kans op een arbeidsovereenkomst, en andersom. 

B) Organisatorische inbedding

Hoe en waarin onderscheid je je van werknemers? Als dat onderscheid niet zo duidelijk is, denk aan het verrichten van regulier werk bij een opdrachtgever, het zij aan zij werken met werknemers, dan wijst dat op een arbeidsovereenkomst.  

Nu komt C om de hoek kijken, een contra-indicatie voor werknemerschap. Dit is nieuw en een belangrijke toevoeging waar de Kunstenbond ook voor heeft gepleit. 

C) Eigen rekening en risico

Hoe is jouw onderscheidend vermogen als zzp’er? Heb je specifieke kennis en kunde? Word je om een duidelijke reden voor een afgebakende periode ingehuurd, bijvoorbeeld een specifiek project zoals het organiseren van een event, een functie als gastdocent, of ter vervanging van een zieke of zwangere medewerker? In het wetsvoorstel staat dat zelfstandige arbeid mogelijk moet zijn en blijven, en dat de vrijheid om als zelfstandige werk te verrichten niet onnodig belemmerd moet worden. Dat telt mee bij C. 

Wat ook meetelt, is hoe je je naar andere opdrachtgevers opstelt; dit wordt de C+ genoemd. Gedraag je je in het economisch verkeer bij vergelijkbare werkzaamheden ook als ondernemer? Essentieel is tevens dat de werkende ook de mogelijkheid heeft om in de betreffende arbeidsrelatie hogere winst of rendement te boeken. Het is van belang dat deze toegevoegde waarde aanwezig is en leidt tot winst voor de ondernemer. Hierbij kan afwisselend sprake zijn van tijden van winst en verlies. En dus ook tijden waar geen winst wordt geboekt maar er nog wel een realistisch perspectief is dat die winst in de toekomst weer kan komen. Als zzp’er moet je niet alleen de risico’s dragen, maar die risico’s ook vertaald zien in een goed tarief en een eerlijke beloning. Fair practice en fair pay dus! 

Toetsing en weging

Wat het zwaarst weegt, voelen rechters aan en wij zelf intuïtief meestal ook. Als je het niet makkelijk of goed uit kunt leggen, zegt dat meestal al genoeg. In een plaatje ziet het er zo uit (bron: wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden op p.49). 

Wat vindt de Kunstenbond? 

De Kunstenbond wil twee dingen. Schijnzelfstandigheid aanpakken en ondernemerschap faciliteren. Werknemers en zzp’ers hebben recht op een passend contract. Verder wil de Kunstenbond fair pay voor iedereen. Fair pay mag niet afhangen van de arbeidsverhouding. Werknemers hebben recht op een fatsoenlijk loon en zzp’ers op een eerlijk tarief.  

Check jouw situaTIE

De Kunstenbond heeft een tool om te checken of jouw arbeidsrelatie wijst op schijnzelfstandigheid. Die vind je hier

Heb je jezelf sterk ontwikkeld als zelfstandig ondernemer, dan is het makkelijker om onderscheid te maken met werken als werknemer. Dat helpt bij de weging en beoordeling van de arbeidsrelatie. Wil je meer zicht op waar jij staat? De belastingdienst heeft een ondernemerscheck ontwikkeld. 

Wat de Kunstenbond voor jou DOET

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het organiseren van je eigen bedrijf of met contracten? Dan kan je terecht bij ons bedrijfskundig spreekuur of onze juridische helpdesk