Zelfstandigen zonder personeel die tussen augustus 2004 en juni 2008 zijn bevallen van een kind, moeten met terugwerkende kracht een uitkering ontvangen voor hun zestien weken durende zwangerschapsverlof.

De Centrale Raad van Beroep deed eind juli na jaren procederen een definitieve uitspraak. Tot 1 augustus 2004 kregen zwangere zelfstandigen een zwangerschapsuitkering, maar het toenmalige kabinet besloot deze regeling te schrappen. Vanaf 1 juni 2008 werd er een nieuwe uitkeringsvoorziening ingevoerd ter bescherming van moeder en kind, maar zonder terugwerkende kracht.

Veel verzet tegen het afschaffen van de regeling
De FNV begon al in 2005 een juridische procedure om de overheid te dwingen toch uit te keren. Dat liep door tot aan de Hoge Raad, die oordeelde dat het UWV niet verplicht was uit te keren.Later sloot ook de Vereniging voor Vrouw en Recht zich hierbij aan. De zaak heeft zich jaren voortgesleept. Het UWV moet nu binnen 16 weken besluiten hoe die uitkering vorm moet krijgen. Zodra dat bekend is, kunnen vrouwen die menen er recht op te hebben naar het UWV stappen.