Update AOV

Eind augustus zette de Kunstenbond een poll uit onder de leden om te inventariseren hoe zij aankijken tegen de uitwerking van de arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV-regeling). De resultaten hiervan zijn vervolgens gedeeld in het Kunstenbondcafé op 13 september bij Theater Kikker in Utrecht. En live uitgezonden via Facebook. Er ontstond een levendige discussie over de spanning tussen lage kosten enerzijds en de prijs van flexibiliteit anderzijds, hoe meer keuzemogelijkheden hoe duurder een verzekering wordt. De belangrijkste drie punten die de inzet vormen van de Kunstenbond zijn dan ook betaalbaarheid, keuzevrijheid en toegankelijkheid.

Betaalbaarheid voorop

De Kunstenbond zet als eerste in op de betaalbaarheid van een AOV-regeling. Zo pleiten we voor een ondergrens van 15.000 euro in de premiebetaling, wij vragen solidariteit van kapitaalkrachtige ZZP’ers met minder draagkrachtige zelfstandigen en van werknemers. Want uit de ledenraadpleging bleek voor het grootste deel maximaal 3-5% van het winstinkomen haalbaar is, voor de op een na grootste groep was dat 0 tot 2%. En daarnaast dat 74% de voorkeur geeft aan een verzekering voor alle werkenden.

Keuzevrijheid

Zelfstandigen hechten aan eigen regie, 75% van de respondenten wil keuzevrijheid behouden. Er moet dus een vrijstelling komen voor mensen die alternatieve mogelijkheden voor zichzelf geregeld hebben. De Kunstenbond wil langdurige arbeidsongeschiktheid verplicht verzekeren, die kosten kun je zelf niet goed dragen, en kortdurend vrijwillig. In het kort: de eerste twee jaar zelf bepalen, na twee jaar verplicht. Dat sluit aan bij de gedachte van een verzekering voor alle werkenden.

Toegankelijkheid

Wij willen een acceptatieplicht. Iedereen die werkt zou, ongeacht zijn of haar medische voorgeschiedenis toegang moeten hebben tot een betaalbare AOV-regeling, net zoals bij de ziektekostenverzekering.  Deze regeling zou bij voorkeur uitgevoerd moeten worden door de overheid (duidelijke voorkeur van 63% van de respondenten). Uitoefening van je eigen creatieve beroep staat voorop, wij bepleiten een regeling die uitgaat van beroepsarbeidsongeschiktheid, zeker voor de eerste twee jaar. Beoordeling en re-integratie moeten bovendien uitgaan van vertrouwen in plaats van wantrouwen.  

Kortom, de Kunstenbond zet in op een betaalbare AOV-regeling met acceptatieplicht waarbij het eigen beroep de basis vormt. Als iedereen meedoet, en je mag kiezen om de eerste twee jaar niet mee te doen, dan kan de premie relatief laag blijven. Daarbij willen we wel rekening houden met laagverdieners en stellen daarom dat dat er een ondergrens voor de premiebetaling.