In alle verontwaardiging over de ongelijke behandeling van de cultuursector bij coronaversoepelingen, wordt vaak vergeten dat de creatieve freelancers al de hele pandemie onevenredig hard geraakt worden. Deze freelancer heeft te maken met een langdurig beroepsverbod en wordt afgescheept met een eventuele bijstandsuitkering, die sinds oktober ook omscholingsplicht omvat.

Het contrast met de omgang van het kabinet met grotere ondernemers, die al twee jaar lang zowel voor omzet als loonkosten grotendeels gecompenseerd worden, is ontluisterend. De inkomens- en vermogenskloof tussen mensen in loondienst en mensen die freelance werken, wordt elke dag groter. Een dienstverband wordt doorbetaald met Rijkssubsidie (NOW), of er gewerkt wordt of niet. Freelancers mogen van geluk spreken als ze op enig moment in aanmerking kwamen voor generieke noodsteun. En voor deze groep is sinds oktober vorig jaar geen coronasteunregeling meer beschikbaar. Freelancers worden sindsdien doorverwezen naar de bijstand (Bbz). Een regeling die niets met coronasteun te maken heeft. Dat er een aantal voorwaarden, de vermogenstoets, (op papier, vaak niet eens in praktijk) zijn versoepeld doet daar niets aan af, Bbz is een generieke regeling en geen coronasteun. Een regeling waarbinnen men tot solliciteren en omscholen verplicht is en een regeling waar voorwaarden aan verbonden zijn waar driekwart van de freelancers niet aan kan voldoen. Alleen zzp’ers die een partner hebben die minder dan het bijstandsniveau verdient, hebben hier recht op. Waarom is het inkomen van de partner een criterium? En wordt steun beperkt tot het sociaal minimum? Daar wordt bij werknemers toch ook niet naar gekeken.

De situatie in de cultuursector is extreem schrijnend. Ongeveer 50% van de werkenden is freelancer. Ondanks grote sectorspecifieke steunpakketten werd, zo blijkt uit een recente peiling afgenomen onder freelancers in de cultuursector, 90% van de geannuleerde opdrachten sinds de lockdown op 28 november niet gecompenseerd. De sectorspecifieke steun bereikt de zzp’ers onvoldoende, de gekozen ‘trickle-down’ strategie werkt niet goed. Daarnaast bevind het merendeel van de wegvallende opdrachten zich, zoals in de feestmaand december, buiten de gesubsidieerde sector.

Uit cijfers van het CBS blijkt dat het gemiddelde inkomstenverlies van een week lockdown voor zelfstandigen in de creatieve en culturele sector ongeveer 41 miljoen euro bedraagt. De huidige steun is onvoldoende en komt niet bij deze groep terecht. Dat blijkt ook uit een recente gehouden enquête van de Creatieve Coalitie, ongeveer de helft van de respondenten met voorheen een modaal inkomen is teruggezakt onder de grens van het sociaal minimum. Het aantal mensen dat onder het minimum zat, is verdubbeld.

Het kabinet hanteert het uitgangspunt dat zij die getroffen worden door lockdowns daarvoor gecompenseerd worden met coronasteun. Het kabinet is daarnaast verplicht om mensen gelijk te behandelen. Als er geen vangnetregeling komt om zzp’ers te compenseren voor hun door coronamaatregelen gemiste inkomsten, dan is van gelijke behandeling noch van compensatie sprake.

Deze structurele ongelijke behandeling van freelancers in de culturele en creatieve sector moet opgeheven worden. Het kabinet kan daar een begin mee maken door een vangnetregeling in te richten zoals ook door de Taskforce culturele en creatieve sector wordt bepleit. Als we 150 miljoen euro over hebben voor een schilderij van een kunstenaar die niet meer leeft, dan zou er ten minste eenzelfde bedrag beschikbaar gesteld moeten worden voor levende kunstenaars die nergens gecompenseerd worden voor het wegevallen van werk als gevolg van coronamaatregelen.

Ronald Gijsbertsen, directeur Kunstenbond, Ruud Nederveen, voorzitter Creatieve Coalitie