Vorige week kwamen sociale partners een nieuwe 2-jarige cao voor Toneel en Dans overeen. Het onderhandelingsproces was er een van pieken en dalen, snelle voortgang maar ook stagnatie.

Inzet

Wij hebben dit jaar nadrukkelijk ingezet op de arbeids- en rusttijden van de dansers. Wij dachten met alleszins redelijke voorstellen te komen die ook snel op de instemming van werkgevers zouden kunnen rekenen. Dat bleek echter een grote misvatting.

Arbeids- en rusttijden dansers

Dans is topsport en dus is het van essentieel belang dat er betere arbeids- en vooral rusttijden worden afgesproken. Een groep van dansers uit de BIS-gezelschappen, verenigd in de Dancers Council, heeft meegedacht over voorstellen ter verbetering hiervan. Eén van de belangrijkste voorstellen was minimaal 12 uur rust tussen twee opeenvolgende diensten in plaats van de huidige 11 uur rust. Dat is één uur meer rusttijd dan wat de huidige cao voorschrijft (overeenkomstig de minimale rusttijd uit de wet). Voor sommige beroepsgroepen is een dergelijke korte rust misschien niet onoverkomelijk. Echter voor het fysiek zware beroep van danser trekt een dergelijke korte rust een zware wissel. Zeker op het moment dat dergelijke korte rust vaker per week voorkomt.

Ondanks dat de werkgevers begrip hadden voor ons voorstel wilde men dit absoluut niet opnemen in de cao als bindend voorschrift. In de préambule worden de werkgevers opgeroepen om zoveel mogelijk aan de 12 uur rust te voldoen maar het is helaas niet afdwingbaar.

Mogelijk wilden wij nu te veel te snel. Wij hebben de werkgevers wel alvast aangegeven dat het onderwerp arbeids- en rusttijden zeker de volgende keer terugkeert op de onderhandelingstafel.

Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO)

Wat wij ook niet hebben gehaald is ons voorstel om een MTO in de sector te houden. De werkgevers hadden veel bezwaren tegen een dergelijk onderzoek op sectorniveau. Men vindt dat dit onderzoek kan worden geïnitieerd door individuele werkgevers als zij dat noodzakelijk vinden. Het delen van de uitkomsten met sociale partners is wat hen betreft dan ook niet aan de orde. Daarnaast vindt men een dergelijk onderzoek eigenlijk ouderwets en achterhaald is en zou het ongerechtvaardigde verwachtingen kunnen wekken bij de werknemers. Tot slot zouden bij verschillende gezelschappen op dit moment problemen spelen die de uitkomsten van een MTO ten onrechte te veel zouden kunnen beïnvloeden (te veel een moment opname).

Het mag duidelijk zijn dat wij hier toch heel anders over denken. De Kunstenbond overweegt dan ook om zelf, eventueel in samenwerking met derden, een dergelijk onderzoek digitaal uit te zetten in de sector. Hier komen wij komend voorjaar op terug.

Tot slot zijn er afspraken gemaakt over betere voorlichting en toezicht inzake naleving van de cao. Soms is het onbekendheid met de cao-regels, soms worden regels incorrect toegepast. Om te voorkomen dat werknemers hier nadeel van ondervinden zullen sociale partners de naleving van de cao onder de aandacht brengen van de werkgevers. Een actieve houding van werknemers zouden wij als Kunstenbond zeer op prijs stellen. Met andere woorden, bent u van mening dat de cao onjuist wordt toegepast laat het ons dan weten.

De Cao Toneel en Dans wordt wederom voorgelegd bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor een Algemeen Verbindend Verklaring zodat de cao voor de gehele sector toneel en dans verplicht geldt. Dat geldt ook voor de pensioenregeling van PFZW.

Wij leggen het principeakkoord met een positief advies aan jullie voor.

 

Tekst: Pepijn ten kate en de medeonderhandelaars: Sarah Reynolds, Loek Peters, Joost Giesken en Leo van der Zijden