Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zegt dat het lastig wordt om voor ontslagen flexwerkers een inkomensregeling te bedenken die ‘uitvoerbaar en rechtvaardig’ is. De Tweede Kamer heeft hem opgeroepen iets voor deze werknemers te bedenken omdat zij geen recht hebben op een WW-uitkering, bijstand of het zzp-vangnet.

Koolmees gaat nadenken over een mogelijke uitvoering, maar zegt op korte termijn weinig te kunnen betekenen. De Tweede Kamer stemde unaniem in met een motie van Gijs van Dijk (PvdA) om een tijdelijke regeling te maken voor flexwerknemers die sinds 1 maart hun baan zijn verloren maar niet in aanmerking komen voor een uitkering.

Problemen

Na de uitbraak van het coronavirus heeft het kabinet vrijwel direct in overleg met sociale partners een pakket met noodmaatregelen samengesteld. Deze ‘generieke maatregelen’ bestaan uit de volgende regelingen:

  • Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van werkgelegenheid NOW (looncompensatie);
  • Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers  / TOZO (3 maanden uitkering op bijstandsniveau);
  • Tijdelijke Overbruggingsregeling Getroffen Sectoren / TOGS (eenmalig bedrag € 4.000,-).

Voor veel werkenden in de culturele en creatieve sector blijken de toepassings- en toekenningsvoorwaarden van deze regelingen echter ontoegankelijk te zijn. Dit geldt in hoge mate voor podiumkunstenaars.

Hobbels bij verloning

Voor werkenen die zich via de artiestenregeling (‘fictief dienstverband’) laten verlonen, is onder andere de NOW-regeling niet van toepassing. Denk aan een zaal of een verloningsbureau. Daar waar verloning via payrolling plaatsvindt, is het vooralsnog onzeker of een NOW-aanvraag van payrollbedrijven wordt toegewezen. En wanneer de regeling wél gaat gelden, zou het nog de vraag zijn of deze freelancers voor betaling in aanmerking komen, omdat er veelal sprake is van een kortdurende looptijd van de overeenkomsten tot verrichten van werkzaamheden. Wij roepen op: geen contract, toch doorbetalen. Werkgelegenheid behouden is immers het doel van de NOW.

Nog zo’n hobbel. Bij verloning via de artiestenregeling worden weliswaar premies afgedragen voor werknemersverzekeringen (zoals recht op ww- en/of ziektewetuitkering), maar door de uitkeringsvereisten van de regeling zullen freelance artiesten (maar ook freelancers in andere beroepsgroepen) achter het net vissen. Zo kunnen zij vaak niet voldoen aan de zogenaamde wekeneis, waarbij in de laatste 36 weken voor werkeloosheid over minimaal 26 weken gewerkt moet zijn.

Geen 1225 uur, geen TOZO

Nog urgenter en pijnlijker is het te moeten constateren dat de specifieke voorwaarden voor de TOZO voor deze freelancers ook al geen alternatief of vooruitzicht op toekenning bieden. De artiest is weliswaar vaak buiten dienstbetrekking werkzaam, maar niet altijd als zelfstandige, maar is dus niet altijd  ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Ook het urenctiterium, gemiddeld 23,5 uur per week) is een obstakel, zeker voor de vele artiesten die hun beroep met een andere baan combineren. Niet te doen.

Val je buiten de boot bij de NOW of de TOZO dan rest alleen een enkeltje bijstand. Met alle strenge voorwaarden zoals een partnertoets en een vermogenstoets.

Geen bedrijfsruimtevergoeding

Er bleken bij de inventarisatie van de ‘getroffen sectoren’ door het kabinet een flink aantal sectoren onterecht te ontbreken. Hun ‘SBI-codes’ stonden niet op de lijst voor het kunnen aanvragen van een uitkering via de TOGS. En staat jouw code er wel tussen, dan werpen vaak de inkomens- en vermogenstoets (waarbij ook de waarde van een eigen woning meetelt) een extra drempel op. En nog steeds staat de scheppende kunsten niet op de lijst.

Tot overmaat van ramp en heeft een artiest vaak geen eigen bedrijfsruimte op een andere locatie dan zijn woonadres, waardoor zij voor deze ondersteuning niet in aanmerking komen.

Brandbrief Kunstenbond

In een brandbrief aan de minister en de Tweede Kamer riep de Kunstenbond daarom op om de bijstandsregeling TOZO open te stellen voor alle getroffen freelancers in de sector. Een andere mogelijkheid is dat op zeer korte termijn er een niet terug-vorderbaar voorschot uit een garantiefonds kan worden ontvangen.

De Kunstenbond riep namens haar leden de minister op: ‘Maak de generieke maatregelen toegankelijk voor podiumkunstenaars’ en ‘biedt een oplossing voor artiesten in fictieve loondienst‘. Podiumkunstenaars die via de ‘artiestenregeling’ werken, vormen immers een helder afgebakende groep voor wie de overheidsmaatregelen ontoereikend zijn. Velen werken voor werk- of opdrachtgevers en podia die niet aan de NOW-criteria voldoen, terwijl keurig premies worden afgedragen voor de werkzaamheden.

Daarnaast heeft de Kunstenbond gevraagd om een verruiming van de TOZO, zodat de groep die werkt onder de ‘artiestenregeling’ feitelijk gelijk getrokken wordt met de zzp’ers in de sector. Bovendien is gevraagd de TOZO te laten gelden per persoon en niet per huishouden. Het reguliere inkomen van twee werkende partners in een gezinssituatie is plots geheel of nagenoeg geheel weggevallen, waardoor een uitkering op het bestaansminimum  absoluut ontoereikend is om aan de vaste, maandelijkse, financiële verplichtingen te kunnen voldoen.