Met de aangekondigde bezuinigingen op de zelfstandigenaftrek zijn zzp’ers ook in de miljoennota kind van de rekening. Dat de woorden kunst en cultuur na jaren van afwezigheid weer in de Troonrede voor kwamen is daarbij een schrale troost. 

Foto: Markus Spiske, Unsplash

De derde dinsdag van september was Prinsjesdag. Een dag van gemengde gevoelens. Het feit dat de kunstenaar en cultuur genoemd worden in de troonrede is een heuglijk unicum te noemen, voor het eerst werd de maatschappelijk waarde van cultuur door een kabinet Rutte in de miljoennota opgenomen. En uiteraard zijn we trots en erg blij met de redding van de gezelschappen van het Fonds Podiumkunsten. 

Helaas is daarmee lang niet iedereen geholpen. Het besef dat de cultuursector voor een groot deel bestaat uit kleine zelfstandig ondernemers, die nu op last van de overheid al een half jaar niet kunnen werken, lijkt maar moeilijk door te dringen in Den Haag. 

Kloof tussen zzp’ers werknemers groeit
De zelfstandigenaftrek wordt steeds sneller teruggeschroefd. Het kabinet vindt dat deze aftrekpost een verkeerde stimulans geeft en wil het verschil tussen werknemers en zzp’ers kleiner maken. Maar wij zien dat deze maatregel een tegengesteld effect heeft. Zeker in onze sector, waar de zzp’ers structureel onderbetaald worden en waar zzp’ers onevenredig zwaar te leiden hebben onder de coronamaatregelen. Veel werknemers in (vaste) dienst kregen het afgelopen half jaar dankzij kabinetsmaatregelen hun loon doorbetaald, terwijl zzp’ers vaak zonder pardon op straat kwamen te staan. Het verschil tussen werknemers en zzp’ers wordt dus juist steeds groter.

Ellende voor zzp’ers stapelt zich op 
Veel zzp’ers hebben al een half jaar geen of nauwelijks inkomen. Of ze leven van de Tozo, wat ook in de nieuwe plannen een verlammende bijstanduitkering lijkt de blijven, in plaats van de impuls die het zou kunnen zijn. De bezuiniging op zelfstandigenaftrek komt daar nog eens bovenop. Wederom lijkt de regering het handhaven van de wetgeving te willen omzeilen door een schijnmaatregel in te voeren. Terwijl het grote probleem van ongelijkheid op de arbeidsmarkt echt in de handhaving zit.  

De Kunstenbond laat het hier niet bij zitten. We hameren erop dat werkenden het fundament vormen van de sector, en niet een vervangbare onderlaag. We pleiten voor stimulans van kleine zelfstandigen, voor erkenning van het feit dat de hardste klappen onterecht blijven vallen in de hoek van de mensen die het werk doen.