Per 1 januari 2020 verandert de kleine ondernemingsregeling (KOR). Gepresenteerd als een vereenvoudiging, maar feitelijk ook een bezuiniging voor zelfstandigen met een kleine omzet en winst. Het voordeel vervalt dat je een gering btw-saldo mag houden. In praktijk een daling van je netto-inkomen die kan oplopen tot € 1.345,-. De nieuwe KOR komt neer op een keuze voor kleine zelfstandigen om wel of geen btw in rekening te brengen. Wat je het beste kan doen met de nieuwe KOR hangt af van jouw persoonlijke situatie. Aandachtspunten: je omzet, en wie zijn je klanten.

De oude KOR bestond naast het inkomensvoordeel ook uit een administratievrijstelling. Had je al ontheffing van administratieve verplichting, dan heb je al een brief ontvangen van de Belastingdienst. Als er niks in jouw situatie is veranderd of gaat veranderen, dan hoef je ook niets te doen en val je vanzelf onder de nieuwe regeling.

De belastingdienst maakt momenteel reclame om over te stappen naar de nieuwe KOR, ook voor zelfstandigen die nu wel een btw-administratie voeren, maar dat onder de nieuwe KOR niet meer zouden hoeven te doen. Daarbij moet je goed op de volgende zaken letten. We zetten vijf stappen op een rij.

1) Toepassen is een keuze, het is niet verplicht

Toepassing van de kleine ondernemingsregeling is niet verplicht maar vrijwillig. Zelf aanmelden voor de nieuwe regeling kan via de website van de belastingdienst. AIs je je voor 20 november 2019 aanmeldt, kun je de nieuwe regeling toepassen per 1 januari 2020. Wil je toch gewoon als ZZP’er wel btw blijven facturen en ook btw terug blijven ontvangen op je inkopen dan mag dat. Realiseer je dus dat je wat te kiezen hebt.

2) Wie zijn je klanten?

Zijn je klanten vooral particulieren of instellingen die toch geen btw kunnen terugvragen of verrekenen, dan is meedoen aan de nieuwe KOR mogelijk aantrekkelijk, geen btw-administratie is ook minder administratieve rompslomp.  Zijn je klanten zakelijke opdrachtgevers die de btw die jij in rekening brengt zelf ook weer verrekenen, dan kun waarschijnlijk je het beste blijven factureren. Anders loop je het risico dat je straks alleen nog maar de huidige prijs ex. btw in rekening kan brengen bij je klanten.

3) Kijk goed naar je omzet.

Kijk vooral ook goed naar je omzet en omzetverwachting, ligt die structureel onder of boven de omzetgrens van € 20.000,- dan is het makkelijk kiezen. Schommelt je omzet juist de € 20.000,- dan wordt het ingewikkeld en is het opletten geblazen. Bovendien telt niet alle omzet mee om de grens van € 20.000,- te bepalen. Lesgeven op een basisschool of omzet uit muzieklessen aan kinderen telt bijvoorbeeld niet mee. Bij twijfel: blijf gewoon factureren.

4) Maak een totaalafweging

Maak een totaalafweging. Waar heb je financieel, administratief en commercieel het meeste baat bij. Juist wel of geen btw? Wil je kiezen voor de vrijstelling maar ga je over de omzetgrens dan vervalt de vrijstelling en kan je pas na drie jaar opnieuw kiezen voor vrijstelling. Misschien kan of wil je een deel van je omzet verlonen, bijvoorbeeld via artiestenverloningen.nl Overleg desgewenst met je boekhouder. Bij twijfel: blijf gewoon factureren.

5) Denk na over de communicatie

Ga je je huidige praktijk veranderen? Denk dan niet alleen na over aanpassing van je administratie maar vooral ook aan de communicatie met je klanten. En als je toch gaat communiceren: is 1 januari ook geen mooie peildatum om je tarieven en/of je voorwaarden aan te passen?

Tot slot, wil je meer weten, check de site van de Belastingdienst. En neem met specifieke vragen contact op de helpdesk van Kunstenbond/NtB.