De Kunstenbond en Ntb hebben samen aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie van faillissementsfraude door het voormalig bestuur van kunstencentrum CQ en de gemeenten Emmen en Coevorden. CQ was het centrum voor de kunsten in Zuidoost-Drenthe dat in 2014 failliet ging. Ten tijde van het bankroet stonden er 77 mensen op de loonlijst en waren er zo’n 2.300 cursisten. De belangrijkste inkomstenbron van het kunstencentrum waren subsidies die jaarlijks werden verstrekt door de gemeenten Emmen en Coevorden.

 

Volgens de Kunstenbond en Ntb heeft het bestuur van CQ in 2013 de statuten van CQ onbevoegd gewijzigd. De rol van de gemeenten werd uit die statuten gehaald en gelijktijdig werd de cao van het CQ-personeel aangepast. Ze vielen opeens niet meer onder de CAR-UWO (Ambtenaren-cao), maar onder die van de Kunsteducatie. Dit betekende een enorme verslechtering van hun positie. Met de oude cao hadden de gemeenten, ook na het faillissement, de verantwoordelijkheid voor begeleiding van werk naar werk en betaling van bovenwettelijke WW en nawettelijke WW. Opeens kwam dat allemaal te vervallen.

De vakbonden gaan opgeteld zo’n 5,5 miljoen euro eisen. Het voormalig CQ-personeel heeft meermaals bij de beide gemeenten gevraagd om een gesprek, maar dat werd afgehouden. Ook inspreken bij raadsvergaderingen leverde niets op. De wethouders van beide gemeenten weigeren in gesprek te gaan met vakbonden om te komen tot een realistische schadeloosstelling voor de ex-werknemers.