Overheidssteun gaat nog te vaak naar de instellingen en niet naar individuele makers

Gunay Uslu is nu een jaar staatssecretaris cultuur en media. NRC sprak met Uslu over de toekomst van cultuur in Nederland. Uslu wil meer geld voor cultuurmakers en bibliotheken. En ze wil meer ‘liefde voor cultuur in de politiek’.

Uslu in NRC

“Vanaf 2025 is er structureel extra budget voor fair pay,” aldus Uslu in NRC. “Instellingen die gesubsidieerd worden hebben dan budget om zzp’ers beter te betalen. Ik kan nog niet zeggen of ik dat als harde subsidievoorwaarde ga opleggen, instellingen worden al gek van alle hokjes die ze moeten afvinken, maar het extra geld is wel daarvoor bedoeld.”

Podium vroeg de Kunstenbond en Kunsten ’92 om een reactie. Beide geven aan blij te te zijn met de positiviteit en het enthousiasme van de staatssecretaris, en hoe ze empathie zoekt bij de politiek. Maar er zijn ook zorgen.

Extra geld voor makers

Extra geld voor de makers, dat klinkt de secretaris van Kunsten ’92, Marianne Versteegh, als muziek in de oren: “Meer steun voor makers is noodzakelijk. We zijn daarentegen wel nieuwsgierig hoe dat gaat uitpakken. Want, hoewel het fijn is dat het publiek weer terugkomt, en het daarmee lijkt alsof we de coronaperiode achter ons hebben gelaten, dat geldt zeker niet voor de makers. Zij ervaren nog steeds een achterstand in inkomsten”.

Dat beaamt ook Karin Boelhouwer, belangenbehartiger kunsteducatie en orkesten bij de Kunstenbond. “De overheidssteun gaat nog te vaak naar de instellingen en komt niet terecht bij de individuele makers. Dat moet veranderen. Ik pleit voor een systeem waarbij de makers zelf invloed hebben op dat proces. Ze worden nog steeds niet fair betaald. Ik vind de opmerking van Uslu dat ze pas in 2025 serieus werk wil gaan maken van fair pay en het nog niet verplicht wil stellen, erg zorgwekkend.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op het platform Podium van NPO Radio 4.