Een derde pakket generieke noodsteun is vanaf 1 oktober van kracht. Er zitten helaas nogal wat haken en ogen aan dit pakket. Hele groepen werkenden vallen systematisch buiten de boot.

Het besef lijkt niet door te dringen dat zzp’ers en mensen met een flexibel contract als allereerste op straat stonden toen de coronamaatregelen effectief werden. En dat het nog wel even lijkt te duren voordat hun voormalige opdrachtgevers en werkgevers weer vacatures te vullen hebben.

Voorgestelde Tozo 3 verlamt en discrimineert
Door Tozo als bijstandsuitkering te blijven beschouwen duwt het kabinet de kleine zelfstandige steeds verder onder de armoede grens. Met name de mensen die een partner en/of gezin hebben zijn de pineut van de huidige invulling van de uitkering. Het kabinet wil dat Tozo 3, net als haar voorganger Tozo 2, partnerinkomen als inkomsten meetelt. Het minimum gezinsinkomen ligt rond de 1500 euro per maand. Tozo vult aan tot dat bedrag, als je daar als gezin boven zit krijg je geen compensatie voor je gederfde inkomsten.
De SP heeft een motie ingediend voor het afschaffen van de partnertoets. Helaas is deze motie niet aangenomen.

Tozo 3 houdt in tegenstelling tot eerdere berichten geen rekening met het spaargeld van de kleine ondernemer én haar familie. De vermogenstoets is minimaal tot april 2021 van tafel. 

Tozo 3 is een zware domper voor de zzp’ers die wegens coronamaatregelen voor onbepaalde tijd hun gebruikelijke werk niet kunnen dooen. Zij moeten zich wendbaar opstellen, andere talenten aanboren en alle eindjes aan elkaar knopen om überhaupt bezig te blijven. En als zij dat doen dan wordt dat afgestrafd en wordt hun bijstanduitkering teruggevorderd.

De steun die zzp’ers ontvangen met Tozo 3 staat in geen verhouding tot de mensen in vaste dienst. Van deze mensen wordt al ruim een half jaar het loon door de overheid betaald. Alle sociale voorzieningen lopen door. Zzp’ers worden in het nauw gedreven: armoede of omscholen. Maar omscholen tot wat? Waar liggen de kansen nu dan wel? Moeten de veelal hoog opgeleide zzp’ers in de cultuur sector allemaal pakketten gaan rondbrengen, samen met Uber chauffeurs en horecamedewerkers zonder vast contract?

Minister: maak gebruik van de startersregeling van UWV
Kunstenbond vindt dat Tozo 3 een stimulerende regeling moet zijn. Zoals de startersregeling van het UWV. De constructie bestaat al, de uitkering is een gift, een kans om je onderneming vorm te geven. Waarom maakt de regering geen gebruik van deze constructie om de vele zzp’ers die nu onder de armoede grens zakken door de crisis heen te helpen?

Flexibele arbeidskrachten worden vergeten: waar is TOFA gebleven?
De minimale ondersteuning die flexibele oproepkrachten ontvingen in de vorm van TOFA is helemaal uit het derde pakket noodsteun verdwenen. Hiermee doet het kabinet geen recht aan de vele mensen, in dit geval zijn dat vaak jongeren, die zonder inkomsten en zonder toekomstperspectief op de arbeidsmarkt zitten. Hoe kan deze hele groep werkenden zomaar van de agenda zijn verdwenen? Naar verwachting is niemand in de veronderstelling dat deze mensen alweer elders aan het werk zijn. Flexibele oproepkrachten staan helemaal buiten spel. Er moet ook voor hun ondersteuning komen.

Beperkte TVL sluit culturele ondernemers buiten
Voor de Tegemoedkoming Vaste Lasten komen slechts weinig kleine ondernemers in onze sector in aanmerking. Nog steeds is de regeling alleen toegankelijk voor ondernemers met een gescheiden woon-werkadres en een beperkte lijst van SBI codes. Deze beperkingen sluiten heel slecht aan bij de praktijk in de culturele en creatieve sector. Vooral ondernemers die op lokatie werken huren veelal geen kantoorruimte, omdat ze dit simpelweg niet nodig hebben. Hun bedrijf staat dus ingescrheven op het huisadres en daarom word je uitgesloten van TVL. Ookal blijven je vaste lasten wel gewoon oplopen. Het kabinet heeft al enkele SBI-codes toegevoegd, maar er vallen nog steeds velen buiten de boot. Als het generieke steunpakket hierop niet wordt aangepast moet er maatwerk komen voor kleine ondernemers in onze sector.

NOW houdt weinig rekening met branchespecifieke verschillen
De Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid keert (een groot deel van) het loon van werknemers uit aan werkgevers. De NOW houdt hierin echter rekening met de omzet die in veel gevallen voor onze sector op een verkeerde manier wordt berekend. Zo wordt er geen rekening gehouden met seizoensarbeid of auteursrechtenafdracht, beide van grote invloed op de cashflow van met name instellingen in de muziek en podiumkunsten. Daarentegen wordt subsidie wel als inkomen gezien. De manier waarop deze regeling wordt ingekleed zorgt ervoor dat onevenredig veel instellingen en organisaties in onze sector moeten reorganiseren, waarbij veel ontslagen vallen. Het werken aan een gezonde doorstart gaat ten kosten hiervan.

Hoe nu verder?
De Kunstenbond heeft in het samenwerkingsverband Taskforce Creatieve en Culturele Sector een brief aan de Tweede Kamer geschreven waarin deze slechte aansluiting bij onze sector uiteen wordt gezet. Er wordt in veel gevallen gepleit voor coulance en maatwerk. Donderdag 24 september wordt er in de Tweede Kamer verder hierover gesproken.