Na 45 jaar is het doek gevallen voor toneelgroep de Appel uit Den Haag. De gemeente Den Haag besloot in november 2016 de subsidie van 1,9 miljoen euro te beëindigen. De Kunstenbond houdt primair wethouder Joris Wijsmuller en de Gemeenteraad verantwoordelijk voor dit debacle. Als er namelijk frictiemiddelen waren toegekend was De Appel niet failliet gegaan.

 

 

 

In juli 2016 maakte de wethouder bekend dat hij de subsidie per 1 januari 2017 aan De Appel wilde beëindigen. Dit voornemen is op 4 november jl. bekrachtigd door de gemeenteraad in Den Haag. De gemeente heeft geen frictiemiddelen toegezegd, terwijl dit wel gebruikelijk is als een jarenlange subsidie wordt stopgezet.

Dit geeft de (culturele) organisatie de gelegenheid om de verplichtingen netjes af te ronden zoals: de huurovereenkomst, verzekeringen, contracten met leveranciers en arbeidsovereenkomsten met het personeel. Met name voor deze laatste groep (de werknemers) heeft de wetgever niet zo lang geleden afgesproken dat de werkgever verplicht is een transitievergoeding te betalen bij ontslag. Nu een faillissement is uitgesproken worden de werknemers van Toneelgroep de Appel zonder enige vorm van vergoeding ontslagen.

Als er namelijk frictiemiddelen waren toegekend was De Appel niet failliet gegaan. Het eerder aangevraagde collectief ontslag dat ook pas per 4 november in behandeling genomen werd door het UWV, had netjes conform de opzegtermijnen kunnen worden afgerond. De Kunstenbond vindt dat de gemeente op een zorgvuldige manier om moet gaan met gesubsidieerde instellingen en roept op om in de toekomst frictiemiddelen ter beschikking te stellen bij subsidiebeëindiging.