Het Utrechts Centrum voor de Kunsten is failliet, per 7 augustus. Geen verrassing; het zat er al lang aan te komen. De gemeente was niet bereid te hulp te schieten. Of in de woorden van de gemeente “opnieuw te hulp schieten”. Geen vertrouwen in een voldoende stevige financiele basis voor de toekomst. De oorzaak hiervan levert vanuit verschillende perspectieven een verschillend verhaal op.
Door Karin Boelhouwer, belangenbehartiger kunsteducatie bij de Kunstenbond
Schokkend feit is dat het personeel zonder transitievergoeding op straat staat, zich bij het UWV kan melden voor een uitkering en dus op zoek moet naar een ander werk.
Ander werk, dat is er volop. Inmiddels zijn tien nieuwe initiatieven gestart voor cursussen muziek, theater en dans. Enkele van die initiatieven komen rechtstreeks voort uit het UCK, en daar kunnen (enkele) docenten gelukkig weer aan het werk. Groot verschil is dat ze niet in dienst komen, maar als zzp’er worden ingehuurd. Geen opbouw van pensioen, arbeidsongeschiktheidsverzekering voor eigen rekening en alle onzekerheden die daarbij horen.
Vreemd aan de zaak is toch wel dat de initiatieven subsidie krijgen van de gemeente Utrecht, vanuit de nieuwe “beleidsregel Amateurkunsteducatie”. De aanvragen voor subsidie zijn door een onafhankelijke commissie beoordeeld. Veel zijn enthousiast ontvangen, en opmerkelijk is dat commissie in haar oordeel ‘samenhang en samenwerking’ nog mist. In de afstemming ziet de commissie zelfs een rol voor de gemeente. Jeej, was daar een organisatie als UCK nu niet juist voor bedoeld? O, en de commissie is positief over de aandacht voor fair practice, al wordt een minimumtarief niet genoemd.
Kernbegrippen van de nieuwe regeling zijn ‘flexibel, spreiding over de stad, meer partijen, meer sturing’. De komende twee jaar spreekt de gemeente van een ‘proeftuin’. En over twee jaar is iedereen gewend aan de nieuwe situatie en spreekt niemand meer over het vermeende logge instituut UCK, dat steeds maar extra subsidie nodig had en de exploitatie al jaren niet rond kreeg.
Ondertussen is de ene oud-werknemer blij met een baan als zzp’er (uurtarief niet dekkend voor alle kosten die je als zelfstandige maken moet), de andere blij eindelijk verlost te zijn van de onzekerheid over een naderend faillissement, weer een ander vrolijk omdat hij of zij met de nieuwe regeling zijn eigen ‘winkel’ kan starten en tot slot zijn er de mensen die buiten de boot vallen. Wat overblijft, is een mogelijk mooi en flexibel aanbod, dankzij een regeling waarvan velen een graantje meepikken, maar niemand de exploitatie ‘fatsoenlijk, fair en eerlijk’ rondkrijgt. Maar de gemeente heeft een mooi verhaal over het gespreide aanbod van cultuurcursussen in de stad.
Is hier sprake van een 'vooropgezet faillissement'? ~ Karin Boelhouwer, Kunstenbond
Nu zo overduidelijk is dat het nieuwe aanbod voortkomt uit en voortbouwt op de ervaring, klanten, contacten, expertise van de voormalig UCK-medewerkers, de gemeente subsidie verleent die voorheen naar het UCK ging en de gemeente ook nog eens voor huisvesting zorgt, rijst de vraag: Is hier sprake van een ‘vooropgezet faillissement’? De Kunstenbond beraadt zich op de vraag hoe we hiermee om moeten gaan. Als in juridische zin sprake is van een ‘Overgang Van Onderneming’ kan dit voor de nieuw opgerichte stichtingen een groot probleem zijn. Voormalig UCK’ers kunnen daar een dienstverband claimen, wat zal leiden tot nieuwe faillissementen aangezien die kosten te zwaar zullen wegen. Voor de mensen die hier vol enthousiasme net gestart zijn is dit niet wenselijk. Voor wie buiten de boot valt een aantrekkelijker gedachte.
Tijdens een recente bijeenkomst met medewerkers waren de meningsverschillen voelbaar. Schrijnend om te zien hoe een gebrek aan daadkracht, duidelijkheid en leiderschap – zowel bij de gemeente Utrecht als de directie van het UCK – kon leiden tot een gespletenheid en zelfs breuk onder medewerkers. Waar de gezamenlijkheid van creatieve kracht de talenten in de stad Utrecht liet bloeien, is het nu de vraag waar de gezamenlijkheid en solidariteit is? De gemeente is weliswaar blij met de doorstarters, maar de grote vraag is of men zich ook verheugt over deze consequenties?