Direct naar inhoud

Muziekgebruik bij politieke rally’s – Goede naam en faam

Gepubliceerd op:

Door Erwin Angad-Gaur

Onder meer ABBA, Queen, Foo Fighters, R.E.M., Beyoncé, Céline Dion en Neil Diamond
verklaarden dat ze niet via hun muziek met Trump geassocieerd wensten te worden. Maar de erven van Isaac Hayes waren de eersten die daadwerkelijk een stap naar de rechter besloten te zetten. En met succes. De rechter verbood het verdere gebruik van de soulklassieker Hold On, I’m Comin’ van Sam & Dave in de campagne van Donald Trump.
Evengoed wees de rechter niet de eis toe het nummer ook van websites en uit opnamen van eerdere campagnebijeenkomsten te verwijderen. Omdat de Trump-campagne al had
aangegeven geen verder gebruik van het nummer meer te zullen maken, waren, zoals vaker in de media, beide partijen tevreden met de uitspraak en claimden ze in wezen grotendeels gewonnen te hebben.

Het auteursrecht in de VS is op een aantal punten anders geregeld dan in Europa en Amerika kent voor uitvoerende kunstenaars geen naburig recht. Hoe is de situatie bij ons?

Auteursrecht

Iedereen die in Nederland een ‘origineel werk van letterkunde, wetenschap of kunst’ maakt of wil gebruiken, heeft in principe te maken met de Auteurswet. De maker van een werk, bijvoorbeeld de componist/tekstschrijver van een liedje, een journalist, een fotograaf of een beeldend kunstenaar, heeft vanwege deze wet het exclusieve recht zijn werk openbaar te maken of te verveelvoudigen. Dit recht geldt tot zeventig jaar na de dood van de (langstlevende) maker. Maar vrijwel alle makers van muziek dragen hun rechten over aan Buma en aan Stemra om namens hen licenties te verstrekken. Het exclusieve recht op openbaarmaking en verveelvoudiging (het openbaar ten gehore brengen van een liedje en bijvoorbeeld het persen van cd’s) ligt in de praktijk meestal niet meer in handen van de componist of tekstschrijver. Buma verleent voor gebruik in beginsel ‘blanket licenses’ op basis van het soort gebruik, de toegangsprijs, de grootte van een ruimte enzovoort. Van rechtstreeks toestemming vragen voor het gebruik van muziek is dan ook meestal niet werkelijk sprake.

Persoonlijkheidsrecht

Naast het recht tot openbaarmaking en het recht tot verveelvoudiging bestaat het auteursrecht uit een derde basisrecht: het zogenaamde persoonlijkheidsrecht (of in mooi Frans: droit moral). Dit recht is voor het grootste deel niet overdraagbaar. Wat de maker ook doet en welke contracten hij ook ondertekent, hij behoudt in principe altijd zijn persoonlijkheidsrecht. Dit recht beschermt de maker tegen ongewenste vervormingen van zijn werk en geeft hem de mogelijkheid op te treden tegen publicatie van zijn werk onder de naam van een ander, of publicatie van het werk onder een andere dan de originele titel, en tegen aantasting van zijn goede naam en faam. Op basis van dit recht kan een componist of tekstschrijver dus wel degelijk bezwaar maken tegen gebruik van zijn werk in bepaalde contexten waarmee hij of zij niet geassocieerd wil worden. Buma en Stemra geven in de kleine lettertjes van hun licenties dan ook slechts toestemming voor gebruik in de oorspronkelijke vorm en onder voorbehoud van persoonlijkheidsrechtelijke bezwaren.

Naburig recht

Ook het naburig recht, het recht van uitvoerende kunstenaars op opnamen van hun prestaties, kent persoonlijkheidsrechtelijke bescherming. In tegenstelling tot het auteursrecht is het mogelijk grotendeels afstand te doen van dit recht. Maar het is niet gebruikelijk dat dat in platencontracten ook gebeurt. Ook uitvoerende muzikanten hebben kortom een gelijksoortige bescherming.

Afweging

Uiteindelijk is het aan een rechter om af te wegen of het belang van de maker of een artiest die meent dat zijn of haar ‘goede naam en faam’ geschaad worden inderdaad opweegt tegen het belang van degene die zijn of haar werk gebruikt. Hoe extremer het geval, hoe groter de kans dat een rechter mee zal gaan in de afweging dat niet zomaar gebruik van een werk gemaakt mag worden in de publiciteit bij een politieke campagne. Daarbij speelt, buiten louter het persoonlijkheidsrecht, ook mee dat het bij reclames (en dus de koppeling van een liedje of een artiest aan een product) gebruikelijk is vooraf een commerciële afspraak te maken. Prominent gebruik in een politieke campagne is daarmee volstrekt vergelijkbaar.

Gebruik zonder een dergelijke afspraak beïnvloedt de waarde van het werk en schaadt daarmee mogelijk het belang van de maker. Ook in Nederland zou een politieke partij er dus, om meerdere redenen, goed aan doen bij prominent muziekgebruik in een campagne vooraf toestemming te vragen en, afhankelijk van het gebruik, afspraken te maken. Ook hier staan, binnen de (altijd ietwat willekeurige) grenzen van redelijkheid, zowel auteurs als artiesten in hun recht bezwaar te maken, maar moeten ze om dat recht af te dwingen, net als de erven Hayes in Amerika, hun zaak voorleggen aan de rechter.

Delen via social media