Muziekeducatie staat ernstig onder druk. Dat hoeven we niet zomaar te accepteren

Het leverde flink wat onrust op in Rotterdam: het verdwijnen van de buitenschoolse muziekeducatie bij de SKVR (Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam). Een reorganisatie waardoor maar liefst 32 muziekdocenten in een klap op straat komen te staan. Volgens de directie van de SKVR is het te wijten aan bezuinigingen. De Kunstenbond denkt daar anders over en spreekt van het gevolg van beleidsmatige keuzes waar veel docenten én leerlingen de dupe van worden.
Karin Boelhouwer is al jaren betrokken bij de Kunstenbond als Belangenbehartiger Kunsteducatie en muziek. In de zomer van 2024 hoorde zij voor het eerst van de voorgenomen reorganisatie, die volgens haar niet te wijten is aan bezuinigingen, maar aan het beleid dat jarenlang is gevoerd door de Rotterdamse stichting – en dit beleid wordt ook gevoerd bij vele andere kunsteducatieplekken in Nederland.
‘De SKVR ontvangt een behoorlijk bedrag aan subsidie per jaar. Dat gebeurt nog steeds, maar dat bedrag wordt door de gemeente nauwelijks geïndexeerd. Alles wordt duurder: huren stijgen, tarieven stijgen, maar het subsidiebedrag blijft hetzelfde,’ aldus Karin. ‘Nu zitten bij dat soort organisaties directeur-bestuurders die een goed salaris verdienen. Hun taak is om bij de gemeente aan te geven dat het niet voldoende is, dat de subsidie ook geïndexeerd moet worden. Eigenlijk is hun taak om te vechten namens de organisatie, maar in plaats daarvan lijkt hun focus vaker te liggen op het goed houden van de relatie met de gemeente, waardoor de pijn van dat geldtekort wordt afgewenteld op de zwakkeren binnen de organisatie.’
Een sterke kern
Even een korte geschiedenisles. In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw waren de meeste muziekscholen onderdeel van de gemeente en daarmee waren alle mensen die er werkzaam waren, ambtenaar. Eind vorige eeuw veranderden veel gemeentelijke plekken in zelfstandige muziekscholen, waar ook nog door de gemeente in werd geïnvesteerd middels subsidie. In de jaren ‘10 was er landelijk gezien minder waardering voor kunst en cultuur (dit is de politieke periode van o.a. Halbe Zijlstra) en de gemeenten volgden dat beleid. Er moest dus bezuinigd worden. De organisaties in kwestie hadden geen idee hoe ze dat moesten doen en huurden organisatieadviesbureaus in. De adviezen luidden vaak: maak een sterke kern (bestaande uit directie, HR, secretariaat, marketing) en maak de rest zzp’er. Hierdoor werden in het afgelopen decennium vele muziek- en andere kunstdocenten niet meer in loondienst genomen en kregen zij alleen de kans om als zzp’er aan de slag te gaan bij dezelfde organisaties.
Niet kostendekkend
‘Wat er nu bij bijvoorbeeld de SKVR gebeurt, is dat de marktwerking ervoor zorgt dat er ander beleid wordt gevoerd. Er is niet minder geld binnengekomen. Er is alleen besloten om het geld niet meer uit te geven aan muziekeducatie,’ vertelt Karin en ze gaat verder: ‘Veel gemeenten vinden muziek- en kunsteducatie heel erg belangrijk, maar er wordt te weinig stilgestaan bij wat er nodig is om ook in die vraag te voorzien. Er is niet alleen een goede docent nodig, die snapt hoe hij of zij les moet geven, er is ook een goede omgeving nodig, een schoon gebouw dat veilig is. Het moet goed bereikbaar zijn, ook voor kinderen en volwassenen die verder weg wonen. De lessen moeten betaalbaar zijn voor een brede doelgroep, ga zo maar door.’
In het geval van de SKVR was de boodschap van de directie dat de muziekdocenten hun eigen salaris niet terugverdienden. Het in stand houden van de tak buitenschoolse muziekeducatie was niet kostendekkend. Karin maakt korte metten met dat argument: ‘De directie en al die afdelingen daaromheen, verdienen hun salaris niet terug. Muziekeducatie kun je niet overeind houden zonder subsidie, niet als je breed toegankelijk wil blijven. En dat is absoluut wat je moet willen. Sterker nog: de ondernemingsraad van de SKVR heeft tegen deze reorganisatie gestemd, maar de directie heeft het toch doorgezet.’
De Kunstenbond komt in actie
Voor Karin, als belangenbehartiger namens de Kunstenbond, was dit het moment om in actie te komen. De tweeëndertig docenten (in loondienst) die op straat kwamen te staan, hebben recht op een sterk sociaal plan. Daarvoor ging de Kunstenbond om de tafel met de directeur-bestuurder van de SKVR. Ook is er gesproken met de wethouder – die blijft benadrukken dat dit een beleidsmatige keuze van de SKVR is geweest en niet van de gemeente. En de Kunstenbond staat haar leden bij die juridische ondersteuning nodig hebben bij hun mogelijke gedwongen ontslag. ‘De meeste docenten zijn akkoord gegaan met een vaststellingsovereenkomst, sommigen zagen het zelfs als een opluchting omdat ze al tien jaar tegen problemen met de SKVR aanlopen. Maar er is een aantal medewerkers dat zich niet laat wegsturen, dus wij ondersteunen hen ook juridisch.’ Voor sommige docenten voelt het dus als een prima ontwikkeling, zij gaan nu als zzp’er verder. Maar dat geldt wellicht niet voor die docent die al veertig jaar in dienst is en tegen diens pensioen aanzit.
De situatie rondom de SKVR staat niet op zichzelf. Op meerdere plekken in het land worden muziekscholen opgedoekt of wordt er afscheid genomen van complete afdelingen. De wet tegen schijnzelfstandigheid maakt dit hele verhaal nog complexer. In de afgelopen twintig jaar zijn muziekdocenten richting zzp-constructies geduwd en nu zouden ze veelal weer in dienst moeten komen om niet de schijn van een verkapt dienstverband te wekken. Organisaties zijn vaak niet bereid om hen weer terug in dienst te nemen, omdat daar hogere kosten aan verbonden zijn. Een docent die als zzp’er werkt, betaal je tenslotte enkel voor de uren dat diegene ook daadwerkelijk lesgeeft. De uren dat een docent zich voorbereidt, contact onderhoudt met leerlingen, ouders en leerlingen bij elkaar brengt voor samenspel, die zijn dan opeens allemaal voor eigen rekening.
‘Wat je nu ziet ontstaan, is dat de ontslagen docenten zich verenigen, want kunstenaars stoppen niet,’ zegt Karin. ‘Ze hebben een passie, een drijfveer om te doen wat ze doen. En dat zetten ze door. In een collectief is dat handig, want je bundelt je krachten en zorgt ervoor dat er een nieuwe plek is waar mensen weer naar toe kunnen komen voor hun lessen – dat is vaak praktischer dan vanuit huis werken, ieder voor zich.’ Maar ook aan het oprichten van een collectief kleven nadelen: een docent die er aan deelneemt krijgt enkel betaald voor de uren die hij of zij lesgeeft en moet de rest in eigen tijd doen. En omdat er geen grote organisatie meer boven hangt, is die ‘rest’ best veel. Denk aan het onderhouden van het gebouw, de administratie, contact met ouders en leerlingen, de organisatie van evenementen etc. Dit kan twee gevolgen hebben: de docent krijgt een deel van zijn werk niet betaald, of de leerling moet opdraaien voor die kosten omdat de tarieven noodgedwongen stijgen. Ook ontstaat er toch altijd weer een soort hiërarchie binnen een collectief, met een bestuur en een beslisboom.
Het kan ook anders
Maar, er zijn ook organisaties die het anders doen. Karin noemt expliciet De Lindenberg in Nijmegen. Het is een cultureel centrum waar de docenten – veelal zzp’ers – al goed werden betaald. Toen de wet tegen schijnzelfstandigheid inging, heeft De Lindenberg alle docenten een contract aangeboden om in loondienst te komen. Wie daar over twijfelde, kreeg een half jaar bedenktijd. ‘Omdat iedereen al goed betaald werd, waren de kosten om mensen in loondienst te nemen, niet heel veel hoger. Daarnaast is het gewoon goed werkgeverschap.’ Karin verwacht dat meer organisaties het op deze manier aan gaan pakken, als het aankomt op schijnzelfstandigheid, al vreest ze ook dat er vooral nog meer gedwongen ontslagen zullen komen. ‘Wij als Kunstenbond staan graag onze leden bij die in een soortgelijke situatie zitten en hulp nodig hebben. Daar zijn we voor.’
Wat jij kunt doen
Is er dan niks te doen, behalve mensen ondersteunen als ze gedwongen ontslagen worden of een collectief willen oprichten? ‘Nee, er is zeker iets te doen,’ zegt Karin strijdlustig. ‘Als lid van de Kunstenbond is het slim om contact te zoeken met de plaatselijke gemeentepolitiek. Wij strijden ervoor dat kunsteducatie verankerd wordt in de wet, net als bijvoorbeeld de bibliotheek dat is, zodat het altijd meegenomen wordt in de begroting van de gemeente. De Kunstenbond is hier zelf ook druk voor aan het lobbyen bij bijvoorbeeld het ministerie van OCW.
Daarnaast pleit de Kunstenbond ook voor een regionale oplossing, waarbij kunstdocenten in een regionale poule in dienst worden genomen en op die manier gedetacheerd worden naar plekken waar ze les kunnen geven – binnen diezelfde regio. Dat zorgt voor zekerheid bij de docenten en dus voor zekerheid op het gebied van kunsteducatie!