Direct naar inhoud

“Een gezonde kunstsector is essentieel voor een gezonde maatschappij”

Gepubliceerd op:

Hij mag dan eind 2024 officieel gestopt zijn bij de Kunstenbond, het enthousiasme waarmee oud-voorzitter Jurre Schreuder vertelt over de vakbondswereld is nog lang niet bekoeld. Hij blijft zich dan ook zeker inzetten voor een betere en eerlijkere culturele en creatieve sector. Een sector die Jurre, als een van de oprichters van de Kunstenbond, de afgelopen decennia heeft zien veranderen, aanpassen en ontwikkelen.

Op 28 maart 2025 kreeg Jurre een lintje voor zijn jarenlange inzet bij de Kunstenbond en FNV Kiem. De hoogste tijd om samen met hem terug te blikken én vooruit te kijken!

Hi Jurre, kun je allereerst uitleggen wat jouw functie als voorzitter van de Kunstenbond precies inhield?
“Voorzitter ben je van de hele bond. Je bent de spokesperson en algemeen vertegenwoordiger, dus je moet nadenken over hoe je de hele Kunstenbond kunt vertegenwoordigen. Als voorzitter ben je vooral achter de schermen bezig: nagaan waar we tegenaan lopen en hoe we dat kunnen tackelen. Je voert veel gesprekken, je hebt veel overleggen met organisaties. En er is veel contact met de directeur van de Kunstenbond, de leidinggevende van de werkorganisatie, met wie je eigenlijk doorlopend afstemt wat onder het mandaat van de werkorganisatie valt en wat onder de verantwoordelijkheid van het bestuur.
Toen we net begonnen waren we heel erg een werkbestuur, met veel overleggen. Het eerste half jaar dat de Kunstenbond bestond hebben we soms wel dagelijks vergaderd. We hadden ook nog geen ledenraad, dus we moesten met een klein groepje alles doen.”

Hoe zag dat prille begin eruit?
“Zo’n 10 jaar geleden besloot de FNV haar organisatiestructuur te herzien. De kunstensector opereerde destijds onder de naam FNV KIEM (Kunsten, Informatie en Media) als zelfstandige bond binnen de FNV. Een groot deel van de leden van FNV KIEM, met name die uit de grafische media, wilde graag opgaan in de hoofdorganisatie van FNV, om zo direct deel uit te maken van de vakbond. Maar vooral de leden uit de kunstensector vreesden juist dat de sector in zo’n grote organisatie te weinig zichtbaar zou blijven.
Na een periode van intensief overleg, interne stemmingen en discussies werd een compromis bereikt: we zouden een zelfstandige bond worden – de Kunstenbond – maar wel als lid verbonden blijven aan de FNV. Met een clubje bestuurders en medewerkers hebben we toen hard gewerkt om deze splitsing mogelijk te maken. Dat was op heel veel vlakken pionieren. Zo moesten er nieuwe statuten en een huishoudelijk regelement opgesteld worden en het was een hele uitdaging om die zo te schrijven dat de splitsing zou worden goedgekeurd. Kort gezegd hebben we ons door een hoop troep heen moeten werken om de Kunstenbond vorm te kunnen geven. Iedereen heeft daar hard voor moeten werken.”

Hoe kijk je terug op je jaren bij de Kunstenbond en waar ben je het meest trots op?
“De kunstsector is een essentieel element binnen onze democratische samenleving. Het is onmisbaar: een gezonde kunstsector is essentieel voor een gezonde maatschappij. Daarom is het heel belangrijk dat er zoiets is als de Kunstenbond. Het is de grootste professionele vertegenwoordiger van werkenden in de kunstensector. En ik denk dat we met z’n allen iets moois hebben neergezet. Het was niet altijd even leuk – vaak ook wel – maar je doet het voor het grotere goed. Ik weet dat er veel mensen geholpen zijn: zowel juridisch en met adviezen als met het afsluiten van CAO’s of hulp bij reorganisaties. Maar ook met de invloed die we hebben uitgeoefend op de cultuurbegroting, het lobbyen op zowel nationaal als internationaal vlak en ons inzetten voor een veilige werkomgeving. Ik ben een idealist en dit is het waard om tijd in te steken, dus kijk ik er met een goed gevoel op terug.
Afgelopen najaar is de Kunstenbond over de grens van 7000 leden gegaan. We hebben een stabiele, goed georganiseerde vakbond die opkomt voor kunstenaars. En we zijn medeoprichters van de Creatieve Coalitie: de koepelvertegenwoordiging van (beroeps)organisaties in de culturele en creatieve sector. Dat de Kunstenbond is uitgegroeid tot zo’n stevige organisatie is wel iets waar ik trots op ben. En het is zo essentieel voor een gezonde cultuursector. Ik werk ook als zelfstandige en krijg daarvoor eerlijk betaald. Mijn Kunstenbondervaring en -lidmaatschap hebben me daar zeker bij geholpen: ik weet wat ik kan vragen en waar ik recht op heb. Persoonlijk heb ik daar veel aan gehad.”

Wat zijn je toekomstwensen voor de Kunstenbond en de sector?
“Ik hoop dat de Kunstenbond kan uitgroeien tot 10.000 tot 12.000 leden. Dan kun je ook een stevigere vuist maken. Ik heb veel vertrouwen in de nieuwe bestuursleden en de werkorganisatie. Maar het is ook moeilijk om door te geven, want het is toch een beetje je kindje. Mijn wens voor de Kunstenbond is dat we als individuele kunstenaars buiten onze discipline durven te kijken. Dat we elkaar juist vinden in onze diversiteit in de cultuursector. We lopen tegen dezelfde problemen aan, dus daar kunnen we elkaar mee helpen en in ondersteunen. Kunstenaars zijn gehecht aan vrijheid en individualiteit, maar op sommige vlakken moet je gezamenlijk optrekken om dingen ter bereiken. En de Kunstenbond kan daarbij helpen en ondersteunen. Het is ook bewezen dat in sectoren waarin vakbonden het best vertegenwoordigd zijn de lonen het hoogst en de voorwaarden het beste zijn.
Verder hoop ik dat de cultuursector overeind blijft, dat is wel een uitdaging. Een paar jaar geleden waren er bijvoorbeeld nog 200 muziekscholen, nu zijn het er nog 12. Er zijn zoveel goede, mooie kunstgezelschappen, maar we moeten wel de mensen behouden om deze overeind te houden. Met de vorige staatssecretaris hebben we goede afspraken kunnen maken over Fair Pay; laten we hopen dat deze stand houden. We hebben elkaar gewoon keihard nodig en we kunnen zoveel meer bereiken als we opeisen wat we waard zijn. Dan maken we mooiere dingen en maken we de wereld een stukje mooier.”

Stil zitten is duidelijk niets voor jou. Waar ben je momenteel allemaal mee bezig?
“Ik ben nu nog volop bezig met de overdracht en het begeleiden van de nieuwe Kunstenbond-voorzitter Manu van Kersbergen. Voor hem is het ook fijn om voorbereid te zijn, zodat hij zijn functie zo goed mogelijk kan uitvoeren. En verder blijf ik de internationale vertegenwoordiging van de Kunstenbond doen. We zijn lid van een internationale organisatie die probeert een vuist te maken tegen de manier waarop grote bedrijven als Netflix, Instagram, Facebook en Spotify bijvoorbeeld omgaan met auteursrechten. Als individueel land kun je daar niets tegen beginnen, maar samen wel. Door afspraken te maken op Europees vlak bijvoorbeeld.
Verder heb ik heel bewust nog niet veel gepland. Ik speel nog steeds voorstellingen en wil ook weer meer voorstellingen gaan maken; mezelf op de markt zetten als regisseur en theatermaker. We hebben de laatste paar maanden nog een flinke sprint getrokken, maar ik begin nu weer ruimte in mijn hoofd te krijgen.”

Delen via social media